Bestuurders van 21 grote Amerikaanse bedrijven die tussen 2007 en 2011 uitstel
van betaling hadden aangevraagd, kregen totaal in totaal 350 miljoen dollar
(267 miljoen euro) aan salaris, bonussen en aandelen uitgekeerd.
De doorsnee beloning van bestuursvoorzitters van de bedrijven in nood bedroeg
8,7 miljoen dollar (6,1 miljoen euro). Dat is maar drie dollarton minder dan
wat topmannenvan de 500 grootste Amerikaanse bedrijven door de bank genomen
verdienen. Dat concludeert The
Wall Street Journal na onderzoek onder 21 van de 100 grootste
faillissementen in Amerika, in de afgelopen vijf jaar.
Dat de bestuursvoorzitters van bedrijven die uitstel van betaling hadden
aangevraagd zoveel verdienen, is opmerkelijk. Niet alleen omdat het
personeel van die bedrijven werd ontslagen of grote financiële offers moest
brengen, maar ook omdat er in de VS juist wetten zijn om te voorkomen dat
bestuursvoorzitters van probleembedrijven fors verdienen.
Die regelgeving stamt uit 2005 en kwam tot stand na publieke verontwaardiging
over onder meer de beloning van de top van het failliette energieconcern
Enron.
Mazen in de wet
Bedrijven hebben echter snel manieren verzonnen om onder de regels uit te
komen. Ze verzonnen targets die de bestuurders ook konden halen bij een
bedrijf in betalingsproblemen.
Erg populair zijn vette bonussen die worden toegekend als het een bedrijf lukt
om uit de surséance te komen. Zo kreeg de voormalige topman Robert Rossitter
van auto-onderdelenmaker Lear een beloning van 5,4 miljoen euro, toen zijn
bedrijf er weer enigzins bovenop was.
Of bedrijven het nu goed doen of niet, ze weten altijd een reden te bedenken
waarom de top toch veel of zelfs meer moet verdienen. Als het goed gaat, is
dat een reden om de beloning te verhogen, gaat het slecht dan krijgen ze
meer omdat de baan zo veeleisend is.
Bestuurders van grote Amerikaanse bedrijven verdienen nu volgens The Wall
Street Journal 300 keer meer dan de gemiddelde werknemer.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl